Omdat 29 september de internationale dag van het hart is, staan we vandaag stil bij hart- en vaatziekten. Kun je er bijvoorbeeld zelf achter komen of je een verhoogd risico loopt? Zijn hart- en vaatziekten eigenlijk te voorkomen? En zo ja: hoe dan?
Wat zijn hart- en vaatziekten?
Hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die ervoor zorgen dat het bloed niet goed door het lichaam gepompt kan worden. Dit kan gebeuren doordat het hart niet meer goed werkt, of doordat er bloedvaten vernauwd zijn. Voorbeelden van hart- en vaatziekten zijn hartritmestoornissen, een hartinfarct, een beroerte en hartfalen.
Hoe weet je of je een verhoogd risico loopt?
Niet iedereen loopt een even hoog risico op hart- en vaatziekten. Er zijn verschillende risicofactoren die hart- en vaatziekten waarschijnlijker maken. De factoren zijn grofweg onder te verdelen in levensstijl en genetische risicofactoren. Hart- en vaatziekten komen bijvoorbeeld vaker voor bij mensen die het volgende gedrag vertonen:
- Roken
- Ongezond eten
- Onvoldoende bewegen
Andere factoren die je risico kunnen verhogen:
- Hoge bloeddruk
- Hoog cholesterol
- Overgewicht
- Reuma
- Diabetes
Deze factoren hangen soms samen. Zo kunnen ongezond eten en onvoldoende bewegen ook je risico op diabetes verhogen. Diabetes voorkomen kan dus ook je risico op hart- en vaatziekten verlagen.
Erfelijkheid hart- en vaatziekten
In sommige families komen hart- en vaatziekten eerder en vaker voor dan in andere. Tot op zekere hoogte kun je dan ook stellen dat hart- en vaatziekten erfelijk zijn. Soms komen afwijkingen door die erfelijke aanleg al op jonge leeftijd voor. Maar er zijn ook genetische factoren die het risico direct of indirect (door bijvoorbeeld aanleg voor een hoge bloeddruk) pas op latere leeftijd verhogen.
Hoe kun je hart- en vaatziekten voorkomen?
Door goed te letten op je levensstijl en gezond te leven, kunnen hart- en vaatziekten voorkomen worden. Je kunt de kans op hart- en vaatziekten bijvoorbeeld al behoorlijk verlagen door te stoppen met roken, meer te bewegen en gezonder te eten. De wetenschap of je genetisch gezien een verhoogd of verlaagd risico loopt, kan je daarbij helpen. Je weet dan immers of het voor jou extra belangrijk is om op je levensstijl te letten.
Hoe zit het met jouw erfelijke aanleg voor hart- en vaatziekten?
Om een idee te krijgen of je genetisch gezien een bovengemiddeld risico loopt op hart- en vaatziekten, kun je kijken naar je familiegeschiedenis. Heb je bijvoorbeeld familieleden die al op jonge leeftijd zijn geconfronteerd met hart- en vaatziekten? Dan kan het verstandig zijn om extra alert te zijn op een gezonde levensstijl.
Als familieleden genetische variaties hebben die de kans op hart- en vaatziekten verhogen, betekent dit overigens niet per se dat jij die genen zelf ook hebt. Ouders geven telkens namelijk maar een deel van hun eigen genen door aan hun kinderen, waardoor familieleden genetisch gezien behoorlijk van elkaar kunnen verschillen. Een DNA-test kan wél duidelijk inzicht in jouw persoonlijke risico op hart- en vaatziekten geven.
iGene: inzicht in je genen én praktisch leefstijladvies
iGene geeft niet alleen inzicht in jouw erfelijke aanleg voor hart- en vaatziekten (en verschillende andere aandoeningen), maar geeft ook praktische leefstijladviezen waarmee je deze risico’s zelf kunt helpen verlagen. Bovendien krijg je via een berichtenservice regelmatig een update of tip, afgestemd op jouw persoonlijke DNA-profiel.