Oestrogeen bevattende voorbehoedsmiddelen en de genen F5, F2, SERPINC1, PROC en PROS1
De individuele kans op trombose bij gebruik van oestrogeen bevattende voorbehoedsmiddelen (de pil) kan deels worden verklaard door genetische verschillen. Zo is bekend dat variaties in de genen F5, F2, SERPINC1, PROC en PROS1 mede verantwoordelijk zijn.
Eén specifieke variatie in het F5-gen komt relatief vaak voor in Europa: bij ongeveer 3 tot 8% (mutatie is zeldzaam in Azië en Afrika). Variaties in de genen SERPINC1, PROC en PROS1 zijn zeldzaam. De specifieke variatie in het F2-gen komt bij ongeveer 2% van de Europeanen voor (in Zuid-Europese landen vaker).
Informatie over jouw genetische aanleg kan daarom reden zijn voor extra waakzaamheid met betrekking tot het gebruik van oestrogeen bevattende voorbehoedsmiddelen.
Meer lezen over Oestrogeen bevattende voorbehoedsmiddelen »