De enzymen NUDT15 en TPMT zijn betrokken bij de metabolisatie van onder meer de anti-tumor middelen mercaptopurine en tioguanine, en middelen die het immuunsysteem onderdrukken zoals azathioprine. Deze middelen worden onder meer ingezet bij de behandeling van kanker, de ziekte van Crohn, bij orgaantransplantaties en bij ontstekingsziektes zoals reumatoïde artritis, darm-, lever- en huidontstekingen.
Bij een verhoogde gevoeligheid voor thiopurines is er een grotere kans op bijwerkingen. Deze verhoogde gevoeligheid kan voor een deel verklaard worden door genetische variaties in het NUDT15-gen en het TPMT-gen.
Azathioprine en de enzymen NUDT15 en TPMT
Azathioprine wordt in belangrijke mate verwerkt door de enzymen NUDT15 en TPMT. Afhankelijk van je genetische aanleg kan de activiteit van deze enzymen behoorlijk variëren, waardoor ook de werkzaamheid van azathioprine van persoon tot persoon kan verschillen.
Informatie over jouw genetische aanleg kan daarom reden zijn voor extra waakzaamheid met betrekking tot een behandeling met azathioprine.
Meer lezen over Azathioprine »
Mercaptopurine en de enzymen NUDT15 en TPMT
Mercaptopurine wordt in belangrijke mate verwerkt door de enzymen NUDT15 en TPMT. Afhankelijk van je genetische aanleg kan de activiteit van deze enzymen behoorlijk variëren, waardoor ook de werkzaamheid van mercaptopurine van persoon tot persoon kan verschillen.
Informatie over jouw genetische aanleg kan daarom reden zijn voor extra waakzaamheid met betrekking tot een behandeling met mercaptopurine.
Meer lezen over Mercaptopurine »
Tioguanine en de enzymen NUDT15 en TPMT
Tioguanine wordt in belangrijke mate verwerkt door de enzymen NUDT15 en TPMT. Afhankelijk van je genetische aanleg kan de activiteit van deze enzymen behoorlijk variëren, waardoor ook de werkzaamheid van tioguanine van persoon tot persoon kan verschillen.
Informatie over jouw genetische aanleg kan daarom reden zijn voor extra waakzaamheid met betrekking tot een behandeling met tioguanine.
Meer lezen over Tioguanine »
Genetische aanleg
De effectiviteit en de individuele kans op bijwerkingen bij de behandeling met thiopurines zoals azathioprine, mercaptopurine en tioguanine kan deels worden verklaard door genetische verschillen. Zo is bekend dat mutaties in het NUDT15-gen en het TPMT-gen kunnen zorgen voor een lagere enzymactiviteit. Aangezien middelen uit de thioipurine-groep nauwkeurig moeten worden gedoseerd, kan het belangrijk zijn om te weten welk genotype je hebt.
Mensen met bepaalde mutaties op het enzym NUDT15 en/of TPMT hebben een verlaagde enzymactiviteit en kunnen daardoor extra gevoelig zijn voor thiopurines.
Een verminderde activiteit van het NUDT15-enzym komt regelmatig voor bij Aziaten; bij Europeanen is het relatief zeldzaam. Een afwijkende genotypering voor het TPMT-enzym komt bij ongeveer 10% van de Europese bevolking voor; bij Aziaten is dit 2-5%.
Bij het vaststellen van een genotype worden verschillen aangeduid met twee zogeheten allelen. Elk allel heeft een naam die bestaat uit een ster en een nummer.
Bij iGene bepalen we de volgende varianten (allelen) van de genen NUDT15 en TPMT:
NUDT15*3, NUDT15*4, NUDT15*5, TPMT*2, TPMT*3A, TPMT*3B, TPMT*3C, TPMT*4, TPMT*11, TPMT*14, TPMT*15, TPMT*23, TPMT*29 en overig (wordt geclassificeerd als *1).